Het expositiepaviljoen van Jan van Hoof Galerie in Den Bosch staat aan de rand van het Bossche Broek, de polder die tot aan het stadshart reikt. Deze prachtige locatie blijft iedere bezoeker verbazen met zijn bijzondere lichtinval en uitzicht. Architect Thomas Kemme vroeg zich af of deze bijzondere fysiek ruimtelijke ervaring ook virtueel ‘te vangen’ is. Met nieuwe 3D scantechnieken zou de potentie van het gebouw ook gecommuniceerd kunnen worden met geïnteresseerde partijen buiten de stad, bijvoorbeeld aan de andere kant van de wereld.

Jan van Hoof Galerie: volwaardig museum in een notendop
Architect Thomas Kemme ontwierp de Jan van Hoof Galerie te ‘s-Hertogenbosch. Het paviljoen staat er na 15 jaar nog als nieuw bij. Gegoten met witte cement, licht de ‘schone beton’ robuust op in het landschap. Magistraal is de ligging aan de polder en rivier de Dommel. Binnen is de menging van daglicht favoriet. ‘Een volwaardig museum in notendop’ schreef Hilde de Haan destijds in de Volkskrant over het ontwerp.
Lastige ontwerpuitdaging
De galerie ligt pal aan de Dommel en heeft daverend uitzicht over het Bossche Broek, een polder die nog aan de oude stad grenst. Voorafgaand aan de bouw in 2000 werd architect Thomas Kemme geconfronteerd met tegenstrijdige wensen: grote wandvlakken maken om werk te tonen én het panorama op de weidse polder bewaren. Achter de witte villa is met haaks geplaatste betonschijven een klein paviljoen gemaakt. Bestaande aanbouwen werden hiervoor gesloopt en het witte ‘béton-brute’ gebouwtje is losjes tegen de oude achtergevel geplaatst. Net als de bestaande villa heeft de uitbreiding forse overstekken; een laad- en losperron met luifel en een kolossaal lichtvenster tonen daarmee de inwendige structuur van het paviljoen.
Bijzondere fysieke ervaring

De galerie zelf is een ervaring op zich. Bij binnenkomst wordt eerst het uitzicht ontnomen, om de bezoeker met een klein venster naar achteren te lokken. Onderweg ontvouwen zich nieuwe vergezichten, en ontdekt men links en rechts nieuwe ruimten via welke je kunt dwalen naar het souterrain en naar beeldentuin en patio. Plaatselijk blijven wanden los van de grond, zodat je de rivier ziet, of is de constructie royaal open. Door een groot venster wordt de ruimte overgoten met licht, is er zicht op de Sint Jan, en andersom gezien is de expositieruimte herkenbaar vanuit de stad.
Onderzoek 3D simulatie gebouw en collectie

Omdat het gebouw na 15 jaar nog steeds tot de verbeelding spreekt, bespraken Thomas Kemme en PelserHartman of het mogelijk is de bijzondere fysiek ruimtelijke ervaring ook te vertalen naar een virtuele omgeving. In het algemeen doen foto’s de ruimtelijke beleving van bijzondere musea geen volledig recht. Wellicht kan een fotorealistische 3D viewer dat wel. Kemme’s vraag aan PelserHartman richt zich specifiek op wat de rol zou kunnen zijn van 3D scanning voor visualisatie van gebouw-interieur en omgeving. “We kunnen toch simulaties maken van een expositie in de galerie, met zicht op de Sint Jan, en die bespreken op afstand?” was daarbij een van de vragen.
Inmeten als een museum
PelserHartman start binnenkort met het maken van verschillende inmetingen, opnamen en producten om er achter te komen wat waardevol is voor de architect, de galeriehouder en de potentiële exposanten. We onderzoeken in hoeverre de ruimtelijke beleving van de galerie in het rivierlandschap nu ook echt digitaal toegankelijk gemaakt kan worden, en starten met het 3D inscannen van het interieur, met schilderijen-en-al. De materie van het paviljoen zal in deze meetkundige scans fotorealistisch zichtbaar gemaakt worden.
Musea inmeten
PelserHartman heeft veel ervaring met het 3D in kaart brengen van musea. Zo maakte we een 3D scan van onder meer het museum het Rembrandthuis en het Anne Frank Huis. Ook droegen we bij aan het 3D model van Rietveld Schröderhuis. Meer weten over het inmeten van musea? Neem contact met ons op.